Sneek
Sneek, kloppend hart van het Friese merengebied! Zo kun je Sneek met recht wel karakteriseren. Rondom Sneek liggen de belangrijkste watersportplaatsen van Friesland. Woudsend, Heeg, Balk, Sloten, Elahuizen, Langweer, Terherne. Het is niet voor niets dat Sneek al sinds 1814 het grootste binnenwater zeilevenement van de wereld organiseert, de Sneekweek. Maar Sneek heeft ook een aantal andere "unique selling points". Zo is het de thuisbasis van de Weduwe Joustra beerenburg. In dezelfde straat vind je het Fries scheepvaart museum. Beeldmerk van de Friese stad is de wereldberoemde Waterpoort van Sneek. Verder timmert Sneek al een paar jaar aan de weg met de Mar-athon. Een heuse marathon rond het Sneekermeer. Combineer dit met een bruisende stad met winkels, terrassen, restaurants en sfeervolle accommodaties en je hebt de perfecte formule voor een korter of langer verblijf.
Hieronder nog veel meer informatie over de Friese stad Sneek.
Sneek is tot 1984 een kenmerkende stadsgemeente gebleven. De stad kreeg door de gemeentelijke herindeling in 1984 landelijk gebied met de dorpen Ysbrechtum, Offingawier en Loënga erbij. Dat gebied reikt nu ook tot bij het Sneekermeer, waar de stad met zijn watersportactiviteiten sterk op is gericht. In 2011 is het opgegaan in de veel grotere gemeente Súdwest-Fryslân.
De stad is tot in de tweede helft van de 19de eeuw gevangen gebleven binnen de stadsgrachten uit de 16de eeuw die een hartvormige plattegrond vormden. Daarin is het noordwestelijke gedeelte het oudst, een terp waarop nog steeds de Martinikerk staat en even noordelijker een handelsnederzetting nabij een sluis in de Hemdijk. Deze nederzetting heeft zich in zuidelijke richting uitgebreid met het Grootzand, de Wip en de Suupmarkt als grachten. Daaromheen kwam al in de 13de eeuw een omgrachting die deels binnengrachten werden toen de stad later aan de oostzijde nog een aanzienlijke ‘Nyestadt’ van Oosterdijk en Kleinzand kreeg.
Sneek zou in 1294 tot stad zijn verheven. De stad was als enige van de elf steden – zo werd beweerd – door muren omvest. Het waren geen muren die in het tweede kwart van de 16de eeuw gemetseld werden, maar de Snekers wierpen wallen op en bekleedden die met baksteen. Een kostbare investering, die door verkoop van steen vanaf de 18de eeuw weer wat terug werd verdiend. Sneek heeft als glorieuze herinnering zijn Waterpoort nog: de trots van alle Snekers. De poort met een poortershuis op een loggia tussen twee elegante torens markeert de toegang tot de stad vanaf de brede Geeuw. Toen de poort in 1613 in verfijnde renaissancestijl verrees, was het krijgsrumoer geluwd en diende zij nog ter controle van het verkeer en om de reizigers te imponeren.
Achter het ruime Martiniplein, kreeg het Oud Kerkhof onlangs een frisse inrichting. De Martinikerk rijst er op: een grote laat-gotische kerk die dikwijls en ingrijpend is veranderd. In 1681 stortte het torenfront in en daar kwam een sluiting die op een tweede koor lijkt. Op het dak is in 1771 een sierlijke klokkenkoepel geplaatst en het carillon strooit op gezette tijden muziek over de stad uit. Aan de zuidzijde staat een prachtige 16de-eeuwse sacristie. Even noordelijker strekt de Marktstraat zich uit, omzoomd door een keur aan gebouwen die veel hebben te vertellen. Haantje de voorste is het stadhuis in charmante rococo-stijl uit 1760. Er ligt een monumentaal bordes met dubbele trap in zware barok-vormen voor en binnen is de raadzaal van goudleerbehang met chinoiserieën voorzien.
Aan de oostzijde van de Markstraat opent, na een knik, de ruimte zich opnieuw om een doodlopende gracht, de Wip. Om even verder de grachten van Grootzand en Suupmarkt/ Kleinzand te ontmoeten en aan de andere kant het schilderachtige Schaapmarktplein te begeleiden. Langs de grachten staan deftige panden waarvan veel uit de 18de en 19de eeuw dateren. Het Schaapmarktplein leidt naar Nauwe en Wijde Burgstraat en verder naar de Oosterdijk, waar veel winkels zijn te vinden.
Sneek is het koopcentrum van de Friese Zuidwesthoek. Tussen gebruikelijke winkels zijn aan genoemde grachten en straten opvallende exemplaren te vinden uit de periode rond 1900 waar veel zorg aan is besteed. Dat zijn panden van onder meer de Brenninkmeijers, Stockmanns, Lampes en andere uit Westfalen afkomstige ondernemers die toen de wind in de zeilen kregen. Want zeilen moet in Sneek. Hoewel recent de stadsrondweg is voltooid, bleef de Houkesloot richting Sneekermeer zonder hindernis dankzij een fraai aquaduct. De rondweg is grotendeels om de buitenwijken gelegd.
De groei buiten de oude binnenstad is aan het einde van de 19de eeuw met wat buitenranden begonnen en vanaf het begin van de 20ste eeuw voortgegaan met eerst de Noordoosthoek en het Sperkhem. Inmiddels heeft de stad een omvang gekregen die ruim twaalf keer groter is dan die van het stadshart, dat eeuwenlang de bevolking heeft geherbergd.
Locatie
Sneek
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel