Dorpscanon van St-Annaparochie


Binnenkort beschikbaar in het Bildts.

’t Waar novimber 1940 doe’t de beurtrijers Dirk de Koe, Reinder Jans Lont, Pieter Jans Lont, Gerrit de Vries, Sybren de Koe en Frederik Meijer de koppen bijnander stakken en de K.L.M.V. oprichtten. De mânly waren ant de konklúzzy kommen dat se meer metnander konnen as teugennander. In St.-Anne, an ’t Súdeand achter ’t huus fan Pieter Lont (in ’t ouwe Armenhuus), worde ’n werkplaats inricht. De plenning gebeurde fan ’t huus fan Pieter Lont út. Starigan groeide ’t wagenpark en worde ’n ouwe tramloads út Dokkum an ‘’t Achteromtsy’ boud. In 1960 worde besloaten deur rúmtegebrek te ferhuzen na de Stadhoudersweg.  Hier groeide de K.L.M.V. starigan feerder út. In dut nije onderkommen waar rúmte foor de plenning fan de ritten, ’n klaine kantine en ’n foor die tiid moderne werkplaats met smeerkúl. In die tiid worden alle andelen ferkocht an ’t Britse bedriif TDG. An de Steven Huygenstraat, achter ’t bedriif, worde ’n stik grônd fan de gemeente ankocht, om’t ’t wagenpark nag gelaidlik groeide. De road met blauwe wagens kwammen je in heel Europa teugen! In 1984 wou de gemeente alle bedriven út de dorpskernen weg hewwe en d’r worde opnij ferhuusd. Nou naar ’t nije bedriveterrain De Wissel. In 1998 worden alle andelen weer weromkocht fan TDG deur de direkteur-aigner Piet Lont en hiermet ston de K.L.M.V. weer op aigen benen. In 2010 ferkocht Piet Lont, bij gebrek an opfolging, de K.L.M.V. an AB Texel en soa kwam d’r ’n eand an ’t mooie femilybedriif. Op dat stoit werkten d’r feertig man.

’t Prot kinne nag ’t graanpakhús fan Pars an de Steven Huygenstraat, teugenover de “Groene loods”. In 1980 worde dut ôfbroken en der staan nou húzzen. Feul minder bekind is dat ’t in 1934 boud worde as havermoutfebryk en wel in opdracht fan de Firma Tulner & Zonen. Hait Hendrik Tulner en syn seunen Ritske en Jarig waren de firmanten. ’t Waar foor hur ’n nije bedriifstak, naast de eerappel- en bitehannel. Havermout waar in de krisisjaren ’30 fan de forige eeuw goedkoop en foedsem en derom ’n goed produkt foor húshouwings met ’n smâle beurs. ’t Havermoutfebryk had de naam “De Noordster” en maakte havermout ônder hur merknaam “Stella.” ’t Febryk waar hoofdsaaklik inricht met foornaamlik tweedehâns mesines, ô.â. ’n stoommesine. Na twee jaar, in 1936, most de firma ’t havermoutfebryk ferplicht ferkope. Oorsaak waar dat se in finansjele problemen raakt waren deur anloopproblemen, maar fooral deur ’n strop in de eerappelhannel. ’n Leverde partij eerappels an Frankryk worde niet betaald. Niet alleen ’t febryk most ferkocht worre, maar ok de privéhúzzen fan de firmanten die’t in onderpand geven waren foor ’n kredyt bij de Amsterdamsche Bank. Dat waren ô.â. “Villa Nova” fan Jarig, later kocht deur burgemeester Kuperus, en de fila fan Ritske, derfoor fan burgemeester Hesselink. Baide fila’s stonnen an de Westerdyk en binne d’r baidegaar niet meer. De eerste deur brand ferwoest en de ândere ôfbroken om’t d’r gyn kopers foor waren. De ferplichte ferkoop fiel toegelyk met de wîns fan Koopmans Meelfabrieken út Luwt om ok havermout te maken en sij sâgen in ’t febryk fan Tulner ’n kâns. Koopmans kocht ’t febryk bij de publike ferkoping en sette deuze ant 1949 fort. ’t Febryk worde doe deur graanhannel Pars kocht en worde ’t ’n graanpakhús. Lees ’t hele ferhaal. ’t Hele ferhaal en meer informasy staat ônder de knop “documenten”. Klik op ’t dokumint om ’t te openen.

Het van Harenslot, ook wel van Harenshuis genoemd, stond op waar nu de woningen aan de Van Harenstraat 20 en 22 gesitueerd zijn.  De oudst bekende (stamvader) van de familie Van Haren was Adam van Haren, die als watergeus, op een schip, deelnam aan de inname van Den Briel in 1572. De manschappen waar hij leiding aan gaf noemden hem "Hopman Daam" (hoofdman/kapitein). Adam trad in dienst bij Willem van Oranje en Willem Lodewijk, stadhouder van Friesland. Door de laatste aanstelling verhuisde hij naar Friesland. Zijn zoon Willem (1581-1649) werd opperstalmeester onder Willem Lodewijk. Zijn kleinzoon Willem van Haren (1626-1708), bijnaam “de Ambassadeur”, kreeg in 1652 het grietmanschap van Het Bildt toegewezen. Hij was tevens lid van de Staten Generaal, de Raad van State, en ambassadeur van Denemarken, Zweden en Engeland, buitengewoon gezant en tevens betrokken bij de Vrede van Nijmegen. Onder dit gezantschap werd hij door Michiel de Ruyter naar Zweden gebracht om de Sont, de enige doorgang naar de Oostzee, vrij te houden. Daarin raakte hij in persoonlijke vriendschap met de Zweedse Koning Karel XI van Zweden. Dat ging zover dat hem verschillende zaken werden aangeboden waaronder verheffing in de adelstand en diverse geschenken. Eén gift daarvan zouden de deuren die zich in de grafkapel in de Van Harenskerk bevinden.  Staatsman "De Ambassadeur" Willem van Haren II is van grote betekenis geweest voor Nederland. De Oostzeehandel was een essentiele bron van inkomsten voor de staat.  In 1658 trouwde Willem II met Elisabeth van Hemmema en enkele jaren later huurden ze het huis van de secretaris van Het Bildt, Albertus Wijngaarden. Omstreeeks 1673 lieten zij deze woning vervangen door een statig slot. Achter het slot werden uitgestrekte tuinen en singels met vijvers en plantage in barokke stijl aangelegd.  In 1732 woedde er een grote brand in het huis waarbij de kostbare bibliotheek en belangrijke archiefstukken verloren gingen, waaronder aneqdotes die “Hopman” Daam van Haren over zijn geuzentijd had opgemaakt. Hierdoor is kostbare informatie van de vaderlandse geschiedenis verloren gegaan en de rol van de Van Harens in nationaal belang enigzins in de vergetelheid geraakt. Het Van Harenshuis werd datzelfde jaar herbouwd en vernieuwd. Als gevolg van het uitbreken van de Bataafse Revolutie werd de laatste grietman in het van Haren-tijdperk Duco van Haren afgezet waarop hij naar Duitsland is gevlucht en het slot moest achterlaten. In 1780 had hij de enorme tuin nog naar één der eerste Engelse Landschapstuinen in Nederland, en zeker van Friesland, laten aanpassen. Waarschijnlijk heeft Duco daarvoor de hulp gehad van de Hortulanis van Franeker, Arent Vlaskamp (niet ter verwarren met de latere burgemeester). De familie Van Haren was grietman van Het Bildt van 1652 tot 1763 en daarna nog van 1788 tot 1795. Met het overlijden van Duco van Haren stierf de familie uit. De Leeuwarder Courant vermeldt in de uitgave van 2 november 1795 dat het slot wordt aangeboden voor verkoop. Hierin wordt het huis uitvoerig beschreven. Het is onbekend hoe het slot er van de buitenkant exact uit zag en hoe het is verdwenen. In 1795 zijn op in de Van Harenskerk alle adelijke wapens blindgekapt, met uitzondering van die in de graftombe. Het is goed mogelijk dat, met deze landelijke oproep om alle adelijke wapens en zaken die aan de adel herinneren uit de samenleving te verwijderen, ook het slot ten prooi is gevallen aan deze politieke revolutie. Eenzelfde lot heeft het Stadhouderlijk jachtslot in 't Bosch in Sint Annaparochie waarschijnlijk ondergaan.   Van het Van Harenshuis is alleen een oude prent van Sint Annaparochie bewaard gebleven (waarop het huis slechts deels te zien is). Bildt-geschiedschrijver Hartman Sannes heeft een grondplanschets op basis van een uitvoerige beschrijving van de inboedel in de Leeuwarder Courant opgemaakt. Op de volmachtenkaart van het Bildt (18e eeuw) is de uitlijning van het slot duidelijk zichtbaar. Delen van de oude westelijk stalmuur zouden nog aanwezig zijn aan de achterzijde van Van Harenstraat 20. In 2020 heeft Piet Voordes een impressie gemaakt van het slot (foto). Deze impresie zal later nog verbeterd worden want het slot was breder dan op de weergave. Het stond op de percelen van de Van Harenstraat 20 en 22 (respectievelijk Boterhoek en Plat anno 2022). Er wordt nader onderzoek ingesteld naar het Slot en zijn achterliggende park. Zodra dit onderzoek uitgevoerd is zal een uitvoerig onderzoeksdocument aan deze pagina worden toegevoegd. 

Willem van Haren, bijgenaamd “de Ambassadeur” was grietman van het Bildt, rentmeester van de domeinen, staatsman, diplomaat en curator van de Universiteit van Franeker. Hij vervulde diverse politieke missies, waaronder de onderhandelingen voor de vrede van Nijmegen en internationale missies naar Denemarken, Keulen, Engeland en Zweden. Willem van Haren groeide op in Leeuwarden, in  een groot pand aan de Grote Kerkstraat. Tegenwoordig gebruikt keramiekmuseum princessehof dit pand. Van Haren stamd uit een familie die nauwe banden had met de stadhouder en het stadhouderlijk hof. Zijn voorvader, de watergeus Adam van Haren was in 1572 betrokken bij de inname van Den Briel. In 1652 werd Willem het grietmansschap van het Bildt toegewezen. Hij liet daarop een voorname residentie in de hoofdplaats Sint Annaparochie bouwen, het “Van Harensslot”. Door zijn bestuurlijke functies zou hij daar niet veel zijn. Zijn echtgenote Elisabeth van Hemmema waar hij in 1660 mee trouwde wel. Ten tijde van de oorlog tussen Zweden en Denemarken bracht Michiel de Ruyter hem naar Zweden om te onderhandelen met de Zweedse Koning Karel XI van Zweden. Hij raakte bevriend met Karel XI. Het doel was om de smalle doorgang, de Sont, tussen de twee landen, zonder tussenkomst van geweld door de Nederlandse Oorlogsvloot toegankelijk te houden zodat de zeer substantiele Nederlandse handelsbetrekkingen op de Oostzee gehandhaafd en bescherm zouden blijven. De tact van Van Haren is van grote invloed op de Nederlandse betrekkingen op de Oostzee geweest. Het opnemen in de adelstand door Karel XI wees Van Haren resoluut af. In 1683 liet hij door een grote financiële bijdrage de naar hem genoemde Van Harenskerk bouwen. In 1686 liet hij ten behoeve van zijn familie een grafkapel aan de kerk bouewen. De zware koperen deuren voor de grafkapel zijn zeer waarrschijnlijk een geschenk van de Zweede Koning Karel XI. Na een huwelijk van 28 jaar overleed Elisabeth in 1688. Ze werd in de kapel begraven. Niet lang daarna nam Van Haren afstand van het grietmansschap van het Bildt, ten behoeve van zijn neef Adam Ernst van Haren. Van Haren overleed in 1708 op 81-jarige leeftijd en werd bij zijn vrouw begraven. Nog eens 12 nazaten van Willem van Haren zijn uiteindelijk in de grafkapel begraven. 

In 1908 werd de bouw van de Vlaswiek afgerond. Gemeente architect J. Winters was verantwoordelijk voor het ontwerp.  Het gebouw is opgericht als verzorgingshuis voor ouderen en werd in volle lengte "gesticht van ouden van dagen de Vlaswiek" genoemd. Hiermee werd de ouderenzorg van alle Bildtdorpen gecentreerd naar één locatie. Later zou in het voormalige (Bosch)hof van Johannes Sloep ook verzorgingshuis de Beuckelaer worden gebouwd. In de jaren '70 werd de oude Vlaswiek nog uitgebreid met een flink aantal ouderenappartementen maar in de jaren '90 voldeden deze appartementen echter al niet meer aan de eisen van de tijd. Logistiek en fysieke bereikbaarheid van bewoners tot de dorpskern deden besluiten de gehele ouderenzorg naar de Beuckelaer over te brengen en aldaar uit te breiden. Hiermee verdween de in de jaren '70 verezen aanbouw. Het oude gebouw bleef gespaard en kwam in beheer van Wonen Noordwest Friesland, destijds de woningstichting Noordwest Friesland. NWF verhuurd hier nu appartementen.  Het is tot dusver niet helder wie verantwoordelijk is voor de prachtige Engelse landschapstuin voor de Vlaswiek maar eind 19e eeuw liet de gemeentearchitect bij diens woning aan de van Harensstraat 46 eerder een Engelse tuin aanleggen door de bekende tuinarchitect Gerrit Vlaskamp. Vlaskamp of diens schoonzoon Gabe Westra kunnen wel eens verantwoordelijk zijn geweest voor het ontwerp van deze prachtige tuin. Met de uitbreiding in de jaren '70 is de Engelse landschapstuin verdwenen. De firma Bosgra uit Bergum/Buitenpost, tevens leverancier van Gerrit Vlaskamp, tekende een nieuw tuinontwerp voor het uitgebreide complex. Inmiddels is de tuin een parkeerplaats en grasveld. Twee bomen uit 1908 zijn bewaard gebleven.

PKA staat foor 'Piet Kampen Aanhangwagen.' Pieter Kampen begon syn landboumesinefebryk op 1 jannewary 1946 deur 't overnimmen fan 'n klaine smidterij. ’t Febryk gong in 1951 fallyt. In de adfertînsy fan ’t deropfolgende boelgoed worden twee auto's noemd: ’n eentôns sloaten bestelauto "Chevrolet" en ’n fierpersoans lúkse auto "Ford Prefect." Op naam fan Pieter Kampen út St.-Anne stonnen de kintekennummers B-32002 , B-34496 en B-40901. Ut ’n adfertînsy in ’t ‘Fries Landbouwblad’ blykt dat bij ’t ‘Faillissements-Boelgoed’ op 24 jannewary 1952 fan P. Kampen syn Landbouwerktúgefebryk anneks smidterij in St.-Anne, de moderne inventaris en de hele foorraad landbouwerktúgen, ark en materialen worden ferkocht. O.â. fier rooitransporteurs (8, 10 en 12 m.), bitetransporteur op ferstelber onderstel (5,5 m.), anhangwagens, feldêgen, irpellichters, ploegen, waaieslepen, ’n groate pertij landboumesine-onderdelen ensoa. ’t Bedriif maakte ’n deurstart ônder de naam ‘N.V. Machinefabriek Kampen te St.-Annaparochie, Aanhangwagen en opleggerfabriek.’ Feerder waar d’r ok de mooglikhyd om truks op te bouwen met anhangwagens in deselde styl. Op ’n stoit werkten d’r fyftig mânly. PKA (de gerazy) waar dealer fan Fiat persoanewagens en had ok ’t dealerskap foor ‘Henschel vrachtwagens.’ PKA maakte meer as dúzzend oplêgers en anhangwagens. ’t Waren goeie produkten en sels defînsy kocht ’n sery fan fijf stiks. Op de RAI-tintoanstelling fan 1962 toande ‘Renova’ ônder ândere de lichtgewicht 'REKA-TRAILER' die’t in samenwerking met ’t trailerfebryk PKA) maakt worde. De trailer waar opboud met ’n sloaten alminium karrossery neffens ’t 'RENO-systeem.’ Dut waar ’n nij alminium profyl in kokerútfoering. De sijbeplating waar útwindig monteerber en demonteerber. Deur syn kokerprofyl gâf dut ’t groate sijdelingse styfhyd, wilens gyn houtopfullings of soksoort meer norig waren foor ’t anbringen fan de binnenbetimmering. In 1965 waren d'r moeilikheden en de "directuer is uit zijn functie ontheven". Maar de orderportefúlly waar goed fuld en 't bedriif bleef bestaan. In 1980 worde 't bedriif overnommen deur "Boorbedrijf Van Spijkeren en Boeve" út Kampen. In 1983 fiel dochs nag 't doek en 't mesinefabryk worde sloopt. Met dank an Jan de Vries Kyk foor útbraide informasy toefoegde stik út de Heerenveensche Koerier fan 1948 en "Wandeling 141-1 en 2" út de sery "Wandelingen" fan Douwe Zwart welke plaatst worden in "De Bildtse Post.

In Nederland worde gasferlichting foor ’t eerst andeen in 1820, op ’t Binnenhof in Den Haag. ’t Eerste Friese gasfebryk worde in 1845 in Luwt opend. Dêrachteran kwammen ândere steden en dêr bleef ’t eerst bij. An ’t begin fan de 20e eeuw (begin 1900) worde in ôns gemeente peteroaly aigenlik alleen brúkt foor lampen in ’e huus en op ’e dyk. De eerste plannen foor ’t gasfebryk binne in 1907 maakt. In ’e gemeenteraad is dêr ’n prot over praat. Dat kwam met omdat ’n groat deel fan ’e mînsen fon dat betere ferlichting niet norig waar. Se waren ok benaud dat ’t gas te duur weze sou. En fan Ouwe-Syl en ’e Bildtdiken kwam ’t kommintaar dat se (nag) niet ansloaten worde souwen. Búttendat most d’r ok koazen worre tussen asetyleen en gas út koalen. Asetyleen kon alleen brúkt worre foor ferlichting. D’r waren sorgen at ’t wel útkon. Waren d’r wel genog mînsen die’t ’t gas brúkke wouwen soadat ’t rendabel weze sou? In 1911 worde besloaten ’n gemeentlik koalegasfebryk te stichten an ’e Súdderweg (nou Hemmemaweg) in St.-Anne. De offisjele opening waar op 13 jannewary 1912. Alleen in ’e dorpen St.-Anne, St.-Jabik en Froubuurt kwammen anslúttings. Bij ’t febryk worde ok ’n soanoemd fittershuus delset. Bij ’t begin waren d’r 336 partikuliere anslúttings. Dat tal groeide in ’t eerste jaar na 492. D’r worde doe 155.368 kúbbike meter gas brúkt foor acht sint ’e kúp. ’t Gas worde niet alleen brúkt om op te koken, in ’n prot húzzen brândden d’r ok lampen op. De koalen kwammen met ’t skip. ’t Gewind der’t ’t febryk op delset worde, waar koazen omdat ’t soa gaadlik laai an ’e Súdderfaart. ’t Gas most betaald worre met ’n gasmunt. Dêrfoor waar in ’e meterkas ’n spesjale meter, ’n muntmeter, installeerd, Deuze worde deur de meteropnimmer leegd. In 1954 gong ’t febryk dicht. Aardgas kwam in ’t plak fan koalegas. Fan ’t febryk staat alleen ’t fittershuus nag. Bronnen: - Artikel Bildtse Post fan 12-3-1981 deur D. Kuiken. - Artikel Leeuwarder Courant fan 06-03-2010. - Wikipedia. Sien foor meer informasy: De zwarte Gasfabriek – kranteartikel.

Johannes Sloep (1874-1962) worde as seun fan ’n hofker groatbrocht met fruit. ’t Leken ’m wel op orten om sels ok hofker te worren. Fruit ferwerke lachte ’m meer an. In ’t hok achter huus maakte-y fooral fruchtesoppen en limenades. Drekt na syn trouwen op 17-09-1896, de dâg dêr’t-y later fan saai dat doe syn bedriif opricht is, gong-y al op ’e fyts deur ’e provînsy om klanten te soeken. Soa nou en dan liet-y de moedferen hange, maar hij gâf ’t niet op en ’t lukte him ôfnimmers te finen. De eerste drie maanden maakte-y ônder ândere sportlimenade met as merk  “Leemonkwast.” Eerst op ’n potkacheltsy en later in ’n gimmeleerdene kookpot fan 50 liter. Doe begon-y met ’t maken fan likeuren sonder alkehol. Dermet waar-y de eerste en fermoedlik de enigste in Frysland. Hij had ’e tiid met, want d’r worde ’n prot an alkeholbestriding deen. ’t Ontwikkelen fan nije produkten waar dreeg. In ’e eerste jaren worden d’r meest limenades, alkeholfrije likeuren en fruchtesoppen maakt. Ok worde ’n mesyntsy antuugd foor ’t maken fan gazeuse, drinken met koalsuur d’rin. Dat-y alkeholfrije likeuren make kon waar heel neskierig, ja unyk. Dat worde niet foor mooglik houwen.  In ’t begin an raisde-y ’n prot met syn handelkammeraat Polak út Wildervank. Dat waar ’n túkke koopman en Sloep leerde ’t handelsfak fan ’m. Dêrdeur kreeg-y ok foor ’t ferstând dat St.-Anne tefeul achterôf laai. Doe’t d’r orders kwammen om protten fatten alkeholfrije likeur te leveren waar ’t beter om dat út Luwt weg te doen. In 1899-1900 worden d’r plannen maakt om ’n nije febryk in Luwt te bouwen. In ’e tussentiid waar de produksy al overgaan fan syn huus an ’t Oasteand na syn “febryk” an ’e “groate reed.” Dêr waar wat eenfoudigs delset en inricht. D’r kon stookt worre en d’r waar opbergrúmte foor fatten en flessen. De bou fan ’n nije febryk worde ôfraden, eerst maar wat hure waar ’t adfys. Dêrom worde in maai 1900 ’n herehuus met pakhús huurd in Luwt, an ’e noordkant fan ’e Emmakade bij de 2 e kanaalsbrûg. Dêr gong ’e produksy hine. Dat speet de frachtrijers in St.-Anne wakker, want die kregen minder te doen. In 1901-1902 worde foor ’t eerst perbeerd sjem te maken. De eerste proeven misleerden, maar de “sjem” worde dos ferkocht met as naam “Paradijsjam.” Maar al reedlik gau hadden se ’t sjemmaken ônder ’e knie. In ’e hêst fan 1914 worde besloaten “een Heerenhuis met kelder en pakhuis” te bouwen bij ’t Oranje-Nassaupark. Dêr gong ’t bedriif feerder, doe nag met ’e naam “De Bessentuin.” In 1917 sou d’r opnij ’n febryk in Luwt delset worre, maar de bouterrainen waren rottekruudduur worren. ’t Spoor waar anlaid, de tram reed en d’r waren auto’s kommen, ok in St.-Anne. D’r worde an docht om werom te gaan na St.-Anne. Dat worde ’t Boschhôf (’t Bosch). ’t Bouterrain laai d’r al, want dat waar in 1905 al bij publike ferkoping ankocht. Arsjitekt Feddema maakte ferskaidne tekenings en ’t eandsybeslút waar dat alles gelykfloers worde. Doe’t ’e febryksskorstyn omhoog kwam waar dat ’n sensasy foor Sloep, nou had-y ’n echt febryk. ’t Febryk gong feerder ônder de naam “Fa Joh’s Sloep Vruchtenconservenfabriek”, handelsnaam “Stoom- Vruchtensappen- Jamfabriek Joh’s Sloep.” In 1935 worde ’t kantoor ferboud. D’r worde ’n weunhuus met ferdieping fan maakt. In 1913 waar ’t “Achterhôf”, der’t nou Beuckelaer op staat, al anhaald. De hôven metnander waren ’n mooi geheel met ’t febryk. ’t Febryk waar ’t eerste fruchtekonservefebryk in Nederland en d’r gongen bakken fruit út ’e buurt en út ’e Betuwe deurhine. ’t Bedriif het mooie, maar ok drege tiden had. ’t Bouwen fan baaien gong hard achterút. Nije soorten fruchtbomen gâven meer gemaak de bunder. Dêrmet an ’e gang gaan, froeg om ’n groate infestering. Dêr kwam bij dat d’r ’n prot achterstallig onderhoud waar en bij ’n kommende inspeksy souwen de stoomketels ôfkeurd worre. Búttendat had ’e gemeente belang bij ’t “Achterhôf’ om op dat plak ’n bejaardetehuus te bouwen (Beuckelaer). De aigner doe fan ’t bedriif, Gerrit Sloep, besloat dan ok om d’r met op te houwen. Gebouwen en grônd worden in 1961 ferkocht an autosloper Katsma. De skorstyn is in 1998 delhaald. Pakesêger Johannes Gerrits Sloep het in 2020 de geskiedenis beskreven in ’t boeky “De 65 jarige geschiedenis van één van de eerste jamfabrieken in Nederland, Fa Johs. Sloep St.-Annaparochie 1896-1961.” Dat boeky kinne je liene in ’e bibletheek fan St.-Anne. Bronnen - Bovennoemd boeky. - Kranteartikels-/berichten.

Boubedriif Stienstra bv ontston doe’t Jan Stienstra ’t bedriif fan syn hait Albert Stienstra in de Van Harenstraat met werkplaats in de Dordtse straat selsstandig fortsette. Dut sil soa in ’t jaar 1960 plakfonnen hewwe. Doe is d’r op Nassaustraat 5 in St.-Anne ’n nij huus boud met drie loadsen. Stienstra waar fooral richt op de utiliteitsbou (gebouwen sonder weunbestimming) en insidinteel ok weuningbou en partikuliere objekten. ’n Stikminnig ansprekende projekten: -        Bou Rooms-Katholike kerk in St.-Anne -        Nijbou De Vlaswiek foor ƒ 2.000.000,-- -        Utbraiding Beuckelaer foor ƒ 600.000,-- -        Nijbou skoalen in Stiens ƒ 700.000,-- -        Herbou Ons Huis na de fatale brand op 28 oktober 1968. naast annimmer waar Stienstra ok ’n enorme techneut en foor die tiid och soa foorútstrevend. D’r worde ’n boukraan, heftruk en sijladerheftruk kocht. Ok worde ’n aggregaat in ’n ôfdankte laadbak fan ’n frachtauto boud. De aigen frachtauto had ’n kraan en kompressor. Ok had Stienstra patint op ’t systeem fan eerappelfentilasy deur middel fan útklapbere driehoekige taps lopende houtene kokers, der’t dan deur Tolsma Techniek út Emmeloord ’n fentilator foor leverd worde. In de nacht fan 10 op 11 jannewary 1975 ontston d’r ’n groate brand in de middelste loads. Twee fan de drie loadsen gongen helendal ferloren en de eerste loads met derin de houtbewerkingmesines waar ok swaar beskadigd. De aigen loadsen mosten herboud worre en d’r kwam ’n fierde loads bij. Inmiddels waar Stienstra ok importeur worren fan Deense houtstookte sf-ketels. In 1979 waren d’r de perikels met de stoomfloit die’t op ’t dak fan de loads sat en de tiden fan begin en eande werk en de skofttiden angâf. De buren begonnen over ’t geluud te krimmeneren en bij eandsybeslút ferboad de Raad van State de floit.In 1984 waar in de bouw hest gyn werk meer. D’r waar nag een timmerman over foor wat onderhoudswerksemheden. In de jaren rônd 1990 hinne ontston d’r ’n geskil met de ferteugenwoordiger fan de kachels en d’r kwammen ferskaidne  rechtssaken. Ondanks dat Stienstra die won, gong ’t bedriif as gefolg hierfan fallyt. Dut is ’n úttreksel út ’t hele ferslag fan Piet Bootsma, in dienst as kalkulator, tekener en boekhouwer. Onder de knop ‘Documenten’ onderan dut bladsy, fine jou ’t hele ferslag, inklusief oversicht bouprojekten en list fan werknimmers deur de jaren hine, en de kranteberichten. Febrewary 2024