Canon van 't Bildt


Binnekort beschikbaar in het Bildts.


Tussen 1500 voor Chr. en 1505 na het begin van de jaartelling ontstond Billând  in het getijdebekken van de Boorne. Jarenlang onderzoek maakte duidelijk hoe in deze periode de bewoners omgingen met de natuurlijke omstandigheden. In Noord Nederland zijn drie afzonderlijke pleistocene getijdenbekken onderscheiden: het Boornebekken, het Hunzebekken en het Fivelbekken. Het gebied van de regio ‘t Bildt vindt zijn oorsprong in 1505 na Chr. wanneer de bestaande defensieve zomerdijk,de Monnikendijk wordt opgehoogd tot een meer robuuste offensieve zeewering en vanaf dat moment de naam Oudebildtdijk zal dragen. Het landschap, wat daarvoor vanaf 1500 voor Chr. is ontwikkeld heeft van mij de naam Billând gekregen. De aanwezigheid van veen bepaalt grotendeels het cultuurlandschap van Noord-Nederland, . Het veen was niet meer aanwezig tijdens het ontstaan van Billând, maar de ontginning van veen landinwaarts heeft wel invloed gehad op de ontwikkeling van het landschap. Het getijdebekken van de Boorne is gevormd door dit natuurlijk mechanisme vanaf zee. Boeren vestigden zich op de oeverwallen van de Boorne en beschermden het gebied tegen de zee met de aanleg van zomerdijken, ook op bestaande kwelderwallen.   Geen grootschalige veenontginningen met langdurige bodemdaling en komberging. De gevolgen van de veenontginningen ver buiten Billând, landinwaarts waren uitsluitend kort merkbaar tussen 200 en 450 na Chr. toen de Middelsee zich voor de eerste keer manifesteerde door wateroverlast vanuit de landinwaartse veenontginningen .       De Middelsee liet zich ook tussen 838 en 920 na Chr. gedurende langere tijd zien.  De Middelsee was verder alleen een korte tijd aanwezig na een forse dijkdoorbraak.  De naam Burdine en Boorne worden gehanteerd. Beide hebben ze dezelfde betekenis van ‘insnijding’.  De basis van Billând en ‘t Bildt is gevormd door het verder opbillen van het land op de al aanwezige holocene zandlaag.  De aldus gevormde woon- en werklagen ‘volgen’ als het ware de schommelingen van de transgressie – en regressielijn van de zee, de brenger van het nieuwe land.  Zie verder de uitgebreide versie of mijn boek vanaf 19 november as.                                                                                                      

Ik zal u vertellen, hoe ‘t Bildt in kaart gebracht is oftewel over de Cartografie van ‘t Bildt.  Ik heb een overzicht gemaakt van kaarten, waarop ‘t Billând en ‘t Bildt zijn afgebeeld. Hierbij zijn ook een aantal, waarbij zij onderdeel van een groter geheel er omheen, o.a. van Fryslân. Tot op dit moment heb ik zo’n 100 kaarten weten te vinden.  De oudste kaart van ‘t Bildt. (afb. 2)  ca. 1504 De oudste kaart van het Bildt wordt toegeschreven aan een generaal van Hertog George van Saksen, Vitus von Drachsdorff. die door hem op de achterkant van de kaart “Abriss Stadt Groning” was geschetst. De precieze datering is nog niet bekend. De kaart is niet uitsluitend een ontwerp maar een weergave van de werkelijke situatie op het moment van het maken ervan, als je rekening houdt met mijn bevindingen. Bijvoorbeeld de Oudebildtdijk was geen afsluitdijk, maar eerst een 'n kwelderwal/zomerdijk en de Middelweg was ook een zomerdijk. Beide zijn hier als de twee bovenste horizontale lijnen duidelijk ingetekend. Ook is de al aanwezige waterweg: Holle Rijd (restant Sitkens Rijdt) en Blikfaart duidelijk te zien. Kijk nu naar de bijgevoegde afbeelding, mijn bewerking, vertaling van de eerste kaart naar de toestand, afmetingen en verhoudingen van nu anno 2022. (incl. de ook door Drachsdorff beschreven dorpen.) De latere Klaine Blikfaart , was dus toen nog verbonden met de Holle Rijd en de rest van deze waterweg is verder doorgetrokken richting Stiens. De andere gebogen lijn is fout getrokken, gezien de dubbele dwarslijntjes hierop. De 7 wegen van Noord naar Zuid, van links naar rechts zijn: Westerdyk, Holle Rijd, Súdderdyk/kadal, Kouwe Weg, Noorderdyk, Súdderweg, Langhústerweg en Attesweg. Deze waren toen waarschijnlijk nog geen brede, meer verharde wegen en zijn toen wel ingetekend. Met het tekenen van deze wegen van Noord-Zuid, is er automatisch de basis gelegd van de verkaveling van 't Oud-Bildt in 8 hoofdstroken, van Dijkshoek tot de Oostrand van Oud Monniken Bildt. Deze zijn ook terug te zien op de gekleurde kaart van Schotanus en op 't BildtGIS.Ik kom hier nog op terug in het venster over de verkaveling van het Bildt.

Op een plakkaat van 9 november 1546 werd al verkondigd: Jagen op ‘t Bildt was aan iedereen verboden: Dat was een vorstelijk recht, gereserveerd voor den Keizer of zijn vertegenwoordiger, den Stadhouder. Jaren later in 1579 kwam ‘t Bildt onder het gezag van de provincie Fryslân en kwam ook het jachtrecht naar de Staten. Toen werd er ook al gestroopt en moest een ordonnantie op de Jagt (16 mei 1591) dit voorkomen. Stadhouder Graaf Willem Lodewijk (Us Heit) en “zij die verlof kregen” mochten alleen op wild jagen. Op 15 maart 1650 werd ook besloten, dat op de grenzen van ‘t Bildt 9 palen zouden worden geplaatst, “die alzoo de grenzen van Stadhouderlijk jachtterrein zouden aangeven. Deze “limytpalen” stonden op die plaatsen waar toen “een weg uit het Bildt de omliggende Groene – en Hoogedijk bereikte” (zie gele ballonnetjes in de afbeelding hierboven) Het waren „Mooie palen", n.l. keurig geverfd en met het wapen van, Nassau voorzien, met het opschrift: „Stadhouders Vrije Jagt". De 18e Jan. 1651 werd ordonnantie geslagen op Pieter Michels, mr. schilder binnen Leeuwarden “wegens het schilderen van 9 Limijtpalen van Sijn Excellentie Jacht opter Bildt, en goudt daertoe gebruyckt". Op de kaart van D. Bern/Schotanus a Steringa van 1718 zijn er 11 palen afgebeeld (rode ballonnetjes) en aangegeven met de tekst: “Erf-Stadhouders Vrije Jagt Paal.”   Uit de annalen is bekend, dat de palen regelmatig werden onderhouden tussen 1651 – 1793. Maar in 1795 werden ze in één keer verwijderd tijdens de Franse revolutie (zonder gele hesjes) samen met andere tekenen van uiterlijk vertoon van de heersende macht, zoals wapens en titels onder het credo Gelijkheid, Vrijheid en Broederschap. De palen werden ook gezien als „teekenen van eene verfoeyelijke dwingelandij". Inmiddels was er ook een jachthuis gebouwd, waarin de jachtopzieners woonden (1711-1801) De overgebleven ingebouwde meijerswoning daar is in 1801 tot boerderij verbouwd. Deze is inmiddels ook alweer verdwenen, alleen de overgebleven bomen, die eromheen stonden aan het laantje in ’t Bos geven met de nieuwe straatnaam “Stadfhoudersweg” nog een herinnering aan de jacht op ‘t Bildt. Op initiatief van Bildt-historicus Aldert Cuperus besloot de gemeenteraad van het Bildt op 7e december 2017, dat er 10 extra mooie palen op door hen aangewezen plaatsen moesten worden geslagen voor het beschermen van ’t Bildt. (op Mooie paal stond er al eentje, dus totaal 11). Zie verder het BILDTGIS - kartografy 't Bildt via de site www.sytsekeizer.nl en de uitgebreide versie hieronder. Sytse Keizer

“Tot 1540 verhuurde de Graaf van Buren het Nij Bildt ”te zijnen proffijte” , na zijn dood in 1540 werd het verhuurd.”  (Bildtrekeningen) In juni 1545 was een der Heren van de Rekenkamer van Holland op bevel van de landvoogdes Maria van Hongarije en van de Raad van Financiën, naar Friesland gereisd “omme te weten off ’t Buytenbilt dijckbaer is” dit te doen meten en opnieuw te verhuren. “ (Sannes I) Hiervoor werd de bekende landmeter en kaarttekenaar Jacob Heeres aangesteld om het Buytenbilt te meten. Op de kaart van 1545 is duidelijk de verkaveling en de zomerdijk (later Nieuwe Bildtdijk) te zien. Twee jaar later in 1547 zijn de oppervlakten van de 53 kavels al gemeten en in ieder geval tot 1638 nauwelijks veranderd, dus ook zelfs niet door de Allerheiligenvloed van 1570. Dit is af te leiden uit de Bildtrekeningen zijn:1547/48, 1554/55, 1566/67, 1574/75,1629/1630 en 1638. Hier was zoals ook bij de Oudebildtdijk al ver voor de definitieve verhoging van de Nieuwe Bildtdijk in 1600 het opgebilde en ook door de monniken ontgonnen land ingepolderd. In 1556 (Sannes I-blz. 72) werd er weer een poging gedaan een groot stuk Nieuw Bildtland op de zee te winnen. Ook hiervoor werd een kaart gemaakt, deze keer het ontwerp met een nieuwe dijk en een 43-tal kavels veel verder noordwaarts. Dit plan kwam niet tot uitvoering door onlusten, (o.a. de beeldenstorm van 1566) die uiteindelijk zouden leiden tot de tachtigjarige oorlog. Ik heb verloren grond van het Nieuw Bildt op mijn BildtGIS berekend door vergelijking van de toen in 1556 geplande hoeveelheid grond met de uiteindelijk beschermde gewonnen grond tot aan de Deltadijk nu. Ik kwam tot 1200 ha., gelijk aan 1304 morgen. (Zie afbeelding) Daarnaast is in de langere versie hieronder ook het verschil tussen die geplande grond in 1556 en de overgebleven grond na de Allerheiligenvloed 1570 bepaald. Ondertussen was men wel in 1542 begonnen met het aanleggen van “duyckelhoofden” , strandhoofden, die bescherming moesten bieden tegen aanslagen op de kust en om aanslibbing te bevorderen. Dat kun je vinden in het venster "Strandhoofden redden 't Bildt" Sytse Keizer

Zestien Strandhoofden redden ’t Bildt in 1570 Twee jaar na het uitbreken van de tachtigjarige oorlog in 1570 viel de Allerheiligenvloed ’t Bildt aan. Strandhoofden hadden nog veel nieuwe aanwas van grond weten te behouden. Kaart Jan Jansz Coster 1571Dit wordt duidelijk geïllustreerd door de kaart die Jan Jansz Coster na deze stormvloed  maakte.  Daarop vechten de Geuzen in bootjes langs de kust tegen de Spanjaarden en staan de 16 strandhoofden van West naar Oost afgebeeld. In 1638 is het 17e strandhoofd bij Nije-Syl aangelegd in zee. Zestien strandhoofden Al in 1542 was men begonnen met de aanleg van de strandhoofden. De techniek voor de aanleg  stamde uit  het Zeeuwse Yerseke,. Ook toen, meer dan 300 jaar na het definitief sluiten van het estuarium van de Middelsee in 1200 (Billând, 2022), werd er nog bij vloed slibrijk water aangevoerd aan de kust van ’t Bildt. De basis voor het aanslibben, opbillen van de kust hier, was dat het water zo lang mogelijk rustig is, zodat het slib kan bezinken en dat bij eb het water zonder hoge stroomsnelheden weer uit kan stromen, dus zonder het zojuist bezonken slib weer op te woelen. Het is dus van belang een gebied te maken met alleen in- en uitstromend water, en geen doorgaande getijstroom, en het gebied zoveel mogelijk te beschermen tegen inkomende golven die extra opwoeling geven. Dit kan door het bouwen van dwarsdammen langs de kust, die steeds werden verlengd richting zee. Zo is al in de 16e eeuw een primitieve aanzet gegeven met deze zestien strandhoofden. Stevige zandrug De samengestelde bodemkaart onderin afb.1 laat duidelijk de verdeling van de verschillende afzettingen zien tussen de paarsgekleurde strandhoofden. De gronden met de meeste klei (groen) liggen verder landinwaarts. De zwaardere  zandkorreltjes bezinken namelijk sneller.  Samen met andere metingen is de oorspronkelijke locatie, van de strandhoofden te reconstrueren. Door de strandhoofden kon er namelijk een meer stevige zandrug (rood/geel) ontstaan langs de uiterste rand hiervan. Die ligt daar nog steeds, vermengd met klei, waarop veel boerderijen zijn gevestigd. Dit vanwege de gunstige ligging op zo’n stevig fundament. In elk geval hebben de strandhoofden een belangrijke rol gespeeld voor de verdediging tegen de zee tijdens de Allerheiligenvloed en andere stormvloeden tot de Pôldyk daar werd aangelegd en verhoogd Bij zo’n stormvloed is het water hoger en treed afslag op van de zandrug. Zo beschermt hij zichzelf, want door het afslagproces wordt het voorland ondieper en neemt de golfaanval op de kust af. Twee andere functies strandhoofden  Aan de Westkant van Zwarte Haan hebben de langere strandhoofden meer gefungeerd als golfbreker, terwijl aan de Oostkant de hogere zandrug genoeg weerstand bood daar tegen het gevaar van afslag. De zandrug is hoofdwaarschijnlijk wel een goede basis geweest voor de latere aanleg van de (rijzen-) dammetjes zeewaarts, haaks op de kust. Alleen het meest westelijke strandhoofd, het Statenhoofd, ligt daar nog steeds voor de kust als een trouwe herinnering aan deze tijd. Met dank aan Prof. Henk Jan Verhagen, TU Delft,  en Leendert Ferwerda.

De Bildtse Bank sat in St.-Anne en had filialen en/of sittingsdagen in St.-Jabik, Froubuurt, op Ouwe-Syl en Nij Altoena. De bank is opricht in 1899 met as naam “Coöperatieve Voorschot- en Spaarbank St. Annaparochie.” In 1911 waar ’t nije bankgebou klaar. Dat ston an ’e Warmoesstraat 41. ’t “Groene Kruis” kwam bij de bank in. De baide namen, fan bank en groene krús, stonnen op ’e gevel. De gevel staat d’r nag maar de namen en ’t krús binne d’r niet meer. Op 21 desimber worde ’t nije bankgebou an ’e Westerdyk in gebrúk nommen. Dat waar delset op ’t terrain der’t eerst ’t huus “Villa Nova” fan burgemeester Kuperus ston. Deur de jaren hine is de naam fan ’e bank ferskaidne keren ferânderd. Dat kwam omdat ’e bank tegaar met ’e Friesland Bank (Súvvelbank) begon te werken en dêr úteandlik helendal in opnommen is. De bank het altyd ’n fooranstaand plak had in ’e gemeente “het Bildt”, in ’n gemeenskap der’t mînsen nander en nanders bedriif konnen. De bank waar d’r foor de mînsen út ’e buurt en de metwerkers wisten wie’t de mînsen achter de bedriven waren. De sfeer waar gemoedlik en d’r waar fertrouwen in ’t doen fan saken. D’r waren fansels regels, maar dêr konnen je wel ’s omhine. Je wisten ommers wie’t de klanten waren, harde werkers of liever loi as moe? Dat kon ’t ferskil make at je wel of niet ’n liening kregen. Geregeldweg worde ’n liening op “goed gefoel” goedkeurd, ok al kon dat niet neffens de regels. Ok de openingstiden waren niet hailig. Bútten kantoortiden kwam d’r ok wel ’s een “achterom” om sinten te halen, omdat die op dat stoit norig waren. Je kinne ’t je in ’e tunworige tiid niet meer indinke, maar in ’t eerstan worden soms kaptalen metnommen op ’e fyts of achter in ’e auto. De wereld ferânderde. De bank waar selsstannig maar klain. Dêrdeur waar ’t niet altyd mooglik ’n liening te geven. “De Vlaswiek” befoorbeeld froeg om ’n liening met fijf nullen. De liening worde ferskaft met ândere frije banken út ’e buurt. Doe’t “De Vlaswiek” later nag ’n liening norig waar fan fier miljoen gulden waar dat niet rônd te krijen met ’e ândere frije banken. D’r waar al ’n bând met ’e Friesland Bank (doe nag “Zuivelbank”) en in 1969 kwam d’r samenwerking, in ’e Luwter Krant andoid as fúzzy. Waar dat ’t begin fan ’t eand fan ’e Bildtse Bank? Ja, aigenlik al. De infloed fan ’e Friesland Bank worde starigysan groater. Lienings geve en personeelsbelaid útfoere worde deur hur deen. D’r kwammen “freemden” in ’e huus. Ok de automatisering speulde met en ’e Bildtse Bank most metdoen. Jarenlang had dat opkeerd worre kinnen, maar nou niet meer. De “doadsteek” waar in 1993. Op 1 jannewary dat jaar gong d’r ’n nije wet in: de “Wet Toezicht Kredietwezen.” De Bildtse Bank kon niet an die wet foldoen. Nagal wat fergaderings met dêrin ’t norige harsensskrâben feerder waar de konklúzzy dat ’e Bildtse Bank folledig overgaan sou na de Friesland Bank. Formeel dan, want d’r waar ôfpraat dat ’e naam Bildtse Bank op ’e kantoren staan bleef. Dos wou de Friesland Bank fan ’e naam ôf, maar dat het ’t stichtingsbestuur fan Bildtse Belangen kere kinnen tot ’e Friesland Bank in 2012 overnommen worde deur de Rabobank en ’t lêste kantoor, dat in St.-Anne, dicht gong. De Bildtse Bank had ’n belangrike soasjale funksy op ’t Bildt met ’t finansjeel steunen fan maatskaplike inisjativen en eveneminten. Deuze funksy gong na de overname na “Stichting Bildtse Belangen (SBB).” In 2017 wort ’t boek “De Bildtse Bank – het eigenaardige vertrouwen”, skreven deur Douwe Zwart, útgeven. Dut boek is d’r kommen op inisjatyf fan SBB. In ’t boek staan tien korte ferhalen fan Roel de Vries. Hij fertelt op syn aigen menier dingen die’t-y in ’e feertig jaar dat-y bij de bank werkte, beleefd het. Gitte Brugman het praten met oud-werknimmers en hur femily, mînsen fan ’t bestuur en klanten. Ferslagen dêrfan staan ok in ’t boek. Dut boek kinne je omskrive as ’t standaardwerk fan ’e geskidenis fan ’e Bildtse Bank. ’t Is ’n anrader dut neskierige boek te lezen. Tiidlyn - 1899 oprichting “Coöperatieve Voorschot- en Spaarbank St. Annaparochie.” - 1911 naamswiziging in “Coöperatieve Voorschot- en Spaarbank Het Bildt.” - 1929 splitsing in foorskot- en spaarbank (om technise reden). - De foorskotbank gaat feerder as “Coöperatieve Voorschotbank Het Bildt.” - De spaarbank gaat feerder as “Stichting Spaarbank Het Bildt.” - 1969 jaar fan ’e “fúzzy.” - De foorskotbank gaat op in ’e Friesland Bank. - De spaarbank gaat feerder as “Coöperatieve Spaarbank Het Bildt.” - 1993 Ok de spaarbank gaat op in ’e Friesland Bank. Bronnen - Bovennoemd boek. - Artikel Bildtse Post: “Bedrijven met een verhaal.” - Argyf Stichting Bildts Aigene.